Woelige onderwijswateren

Over drie weken is het zover, we gaan naar New York en Boston. Waarom ga ik mee, wat hoop ik daar te zien te krijgen?
Bijna 40 jaar geleden begonnen in het onderwijs, kleuterjuf in hart en nieren, opgeleid op de KLOS (Kleuter Leidsters Opleidings School). Daar leerde ik dat het kind uitgangspunt is voor het onderwijs, dat het belangrijk het is om aan te sluiten bij de belangstelling, belevingswereld en ontwikkeling van de kleuter. De opleiding was er vooral op gericht om ons hierover veel kennis mee te geven.
De kleuter leert door te experimenteren en handelend met de wereld om te gaan, waarbij taal een belangrijk middel is. Het kind moet uitgedaagd worden en ervaringen opdoen. De ontwikkeling van het individuele kind moet nauwkeurig gevolgd en zo nodig extra gestimuleerd worden. Methodes waren er in het kleuteronderwijs niet of nauwelijks, we gingen uit van leergangen en ontwikkelingsfasen.
Met de komst van de basisschool is er veel veranderd. Lagere school en kleuterschool werden geïntegreerd. We volgden cursussen om breed inzetbaar te worden, de verschillende onderwijsvormen moesten meer op elkaar afgestemd worden. Dat verliep niet altijd soepel, er was veel verschil van mening over hoe het onderwijs ingericht moest worden. Er kwamen ook methodes voor kleuters en er werd verwacht dat iedereen de methode ging volgen.
Het kleuteronderwijs verschoolde steeds verder. Ik moest vaak denken aan de woorden van de directrice van de KLOS: ‘Zorg ervoor dames dat de verworvenheden van het kleuteronderwijs niet verloren gaan!’ Ik voelde dat ook als mijn opdracht. Al was het vaak tegen de stroom in roeien.
Rond 2000 maakten we kennis met een nieuw concept: Basisontwikkeling. Het kind stond hier weer centraal. Het was echt kind- en ontwikkelingsgericht en sloot goed aan bij de manier van werken die ik van vroeger uit gewend was.
Even later deed het opbrengstgericht werken zijn intrede, de resultaten moesten gemeten worden, ook de kleuters moesten getoetst worden. Meten is weten! De normen moesten gehaald worden! De prestatiedruk werd groter zowel voor de leerling als voor de leerkracht. Het spel en het natuurlijke leren van kleuters loopt gevaar.
Gelukkig is er weer hoop. Alles wat ik gelezen en gehoord heb over de CES scholen maakt mij enthousiast. De principes zijn zo herkenbaar. Ik word er helemaal blij van!
Ik ben op zoek naar onderwijs wat recht doet aan het kind, waar het kind centraal staat, waar kinderen op hun eigen manier mogen leren en zelf mogen ontdekken, waar kinderen actief bezig zijn met leren en zichzelf uitdagen, waar leerkrachten ervoor zorgen dat er veel te ontdekken valt en het kind begeleiden om zijn talenten te ontplooien.
Ik ben erg benieuwd hoe dit alles in de CES-scholen vorm krijgt. Dit zijn de punten waar ik speciaal op ga letten tijdens de schoolbezoeken in Amerika.
• Hoe kom ik erachter wat een leerling boeit en hoe het kind uitgedaagd kan worden?
• Hoe kan ik kinderen hierin begeleiden en sturen?
• Welke middelen kan ik inzetten om ervoor te zorgen dat alle kinderen op een voor hen passende manier worden aangesproken?
• Hoe volg ik hun ontwikkeling en zorg ik ervoor dat zij de kerndoelen behalen.

USA, here I come!

 
Gedicht: De honderd talen van kinderen

Het kind
bestaat uit honderd
Het kind heeft
honderd talen
honderd handen
honderd gedachten
honderd manieren van denken
van spelen, van praten.
Honderd altijd honderd
manieren van luisteren
van verwonderen van liefhebben
honderd vreugdes
in zingen en begrijpen
honderd werelden
om honderd werelden te ontdekken
om uit te vinden
honderd werelden
om te dromen.
Het kind heeft
honderd talen
(en nog honderd honderd meer)
maar ze stelen er negenennegentig.
School en cultuur
scheiden hoofd van lichaam.
Ze vertellen het kind:
te denken zonder handen
te doen zonder hoofd
te luisteren en niet te spreken
te begrijpen zonder vreugde
alleen met Pasen en Kerstmis
lief te hebben en zich te verwonderen.
Ze vertellen het kind:
de wereld te ontdekken die er al is
en van de honderd
stelen ze er negenennegentig.
Ze vertellen het kind:
dat werk en spel
werkelijkheid en fantasie
wetenschap en verbeelding
hemel en aarde
verstand en droom
dingen zijn
die niet samengaan.
En daarmee vertellen ze het kind
dat de honderd niet bestaan.
Het kind zegt:
Echt wel. De honderd bestaan wél.

 
Loris Malaguzzi
(een van de oprichters van Reggio Emilia)

Recommend0 recommendationsPublished in 03: Goals apply to all students, 05: Student-as-worker, teacher-as-coach

Deel deze post

5 reacties

  1. Alice,

    Je hebt mooie leervragen voor jezelf opgesteld. Dat wat je schrijft over kinderen is natuurlijk ook waar voor volwassenen (leerkrachten). Hoe zorg jij dat je als leerkracht uitgedaagd wordt? en dat je nieuwe ervaringen opdoet? Welke begeleiding of uitdaging heb jij hier bij nodig?

  2. Wat mooi neergezet, Alice! Ik hoop dat je antwoorden op je vragen vindt die recht doen aan de ontwikkeling van een kleuter.

  3. Ah Alice, in het maken van de basisschool hadden we zulke goede intenties die we volop niet hebben waargemaakt. Juist de heterogene samenstelling van die kleuterklassen en het handelen van de leraar wat daarbij past lijkt wel onder een ‘homogene’ druk gekomen. Kom maar fijn stevig terug bij jouw kern zodat jouw keuzes de goede zijn!

Laat een antwoord achter aan sandrabeuving Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *